Zoveel mogelijk lichtrecepten tegelijk testen in hokjes en rekenen met TCO-model
20/03/2019
Ruim zestig tuinbouwjongeren zijn gisteravond in het World Horti Center bijgepraat over belichting. Op uitnodiging van Tuinbouw Jongeren Westland kwamen Kurt Zwemstra van Hortilux en Wessel van Paassen van Green Simplicity langs om de ontwikkelingen op het gebied van belichting in de glastuinbouw uit de doeken te doen. Hoewel het een veelbesproken onderwerp is, bleek dat er nog veel onduidelijkheid is over zowel het optimale lichtrecept als het kostenplaatje dat bij de diverse soorten belichting komt kijken.
Kurt Zwemstra van Hortilux kreeg als eerste het woord, waarna hij de toekomstige glastuinbouwgeneratie even kort meenam in de geschiedenis van het bedrijf en de basisbegrippen op belichtingsgebied. Tot zover ongetwijfeld weinig nieuws voor de aanwezigen in de zaal, maar toch ging er af en toe al wel een smartphone omhoog om een fotootje te maken van de gepresenteerde cijfers. De micromollen passeerden in rap tempo de revue, waarbij Kurt fijntjes opmerkte dat uiteindelijk 1% licht voor Hortilux altijd gelijk staat aan 1% groei. 1 μmol blijft namelijk 1 μmol, of het nu HPS/SON-T of LED-belichting is.
Als licht de energiebron voor het gewas is (stuurlicht even buiten beschouwing gelaten), dan is een belangrijk voordeel van LED-belichting lager energieverbruik ten opzichte van HPS/SON-T. Ook dit is inmiddels wel een bekend gegeven, maar de onvermijdelijke vraag is dan natuurlijk: wat kost dat dan? Is LED duurder? “Ja”, kon Kurt antwoorden op een vraag vanuit de zaal. “En daarbij zijn bij LED de investeringskosten niet 2 keer, maar momenteel zelfs nog 3 tot 3,5 keer zo hoog.”
Wat blijft er onder aan de streep over aan kosten?
De cijfertjes en schema’s met micromollen werden vervolgens omgewisseld in economische cijfers, want Kurt presenteerde het TCO-model, waarin de total costs of ownerships van diverse belichtingsoplossingen doorgerekend kunnen worden voor de afschrijvingstijd van zeven jaar. Door verschillende variabelen in te vullen of aan te passen, is het mogelijk om een vergelijking te maken tussen bijvoorbeeld 1 hectare LED en 1 hectare HPS/SON-T om dan te zien wat er onder aan de streep aan kostenverschil overblijft. Dat verschil bleek in het, weliswaar vereenvoudigde, voorbeeld opvallend klein. Per vierkante meter bedragen de kosten voor LED slechts enkele tientallen eurocenten meer dan bij HPS/SON-T.
Het gepresenteerde voorbeeld viel in de smaak, maar riep ook vragen op. “Ga je als teler met LED in de praktijk bijvoorbeeld niet meer belichten, waardoor de energiekosten hoger uitvallen?”, was een gestelde vraag. Kurt kon daarop als antwoord geven dat dit inderdaad iets is om rekening mee te houden en dat daarom telers altijd hun eigen situatie moeten doorrekenen alvorens zij een beslissing maken. “Lang niet altijd is LED bijvoorbeeld al de beste oplossing. Sommige teelten hebben simpelweg ook nog belang bij de hogere stralingswarmte van HPS/SON-T.”
En wordt LED in de toekomst goedkoper? “Ja, dat verwacht ik wel”, antwoordde Kurt. “De kosten per μmol zijn de afgelopen jaren al afgenomen, maar op het gebied van lichtefficiëntie zullen die stappen wel minder groot gaan worden. De grootste stappen om LED financieel voordeliger te maken zullen op het gebied van de investeringskosten liggen.”
Hoe meer testen tegelijk, hoe sneller het juiste recept
Na het rekenen met cijfertjes, trok Wessel van Paassen het publiek meer richting de praktijktoepassing van LED-belichting toe. Inmiddels zo’n vier jaar is hij met zijn start-up Green Simplicity bezig om het maximale uit belichtingsoplossingen te halen. Stap 1 is daarbij om eerst te kijken hoe je in een volledig gecontroleerde omgeving het maximale uit een gewas kunt halen zonder acht te slaan op kostprijs. De gedachte daarachter is simpel volgens Wessel: als je weet wat je maximaal in een ideaal gecontroleerde teeltomgeving kunt behalen, weet je waar je naar moet streven in de praktijk. Stap 2 is dan om die ideale situatie naar de praktijk te vertalen.
LED is inmiddels aan een opmars bezig, maar Wessel constateert dat het kennisniveau gek genoeg flink achter blijft. “Telers kiezen regelmatig voor een belichtingsoplossing zonder dat ze eigenlijk precies weten wat die belichtingsoplossing precies voor hun gewas doet. Onbegrijpelijk als je het mij vraagt. Daarom maken wij plantgericht onderzoek nu breed toegankelijk. De teler moet makkelijk aan de knoppen kunnen draaien om uit te vogelen wat het beste werkt.”
Dat maakt Green Simplicity mogelijk in diverse onderzoeksfaciliteiten, van klein tot groot. “Het kan met een rek dimbare lampen in de kas, op een trolley of in een volledig gecontroleerde omgeving.” Waar het om draait, is zoveel mogelijk hokjes waarin je afzonderlijk van elkaar zoveel mogelijk recepten kunt testen. Hoe meer hokjes, hoe sneller de teler erachter komt waar de plant toe in staat is.”
Blauw licht
Wessel liet vervolgens diverse voorbeelden zien, waarin de term ‘blauw licht’ vaak voorbijkwam. “In de sector lijkt het merendeel van de mensen vooral ‘wild’ te worden van rood of verrood licht voor de strekking en voor groei. Maar ook de andere kleuren in het lichtspectrum hebben een belangrijke functie. Blauw licht bijvoorbeeld, dat bij chrysantenstek voor compactere groei en betere beworteling zorgt. Als dan blijkt dat dit stek uit een met LED belichte cel in de kas uiteindelijk beter presteert, dan is dat natuurlijk winst. De hogere kosten van opkweek in zo’n LED-cel verdienen zich in de kas vervolgens terug.”
Datzelfde blauwe licht wordt, onbewust, regelmatig ‘uitgeschakeld’ door telers. Bijvoorbeeld door scherming of het aanbrengen van krijt of coatings. Wessel: “In zomerzonlicht zit gemiddeld 26% blauw licht, belangrijk voor compacte groei. Zodra in de kas het scherm dicht gaat, verdwijnt zo’n 5% van dat blauwe licht. Dat wisten gek genoeg veel schermleveranciers en telers die het scherm gebruikten helemaal niet. Hetzelfde geldt voor het toepassen van krijt. Wanneer we meer weten over de effecten van de verschillende lichtkleuren op een gewas, kunnen we daar ook de scherminstallatie en krijtkeuze op uitzoeken.”
De komende tijd gaat Wessel verder met het maken van onderzoeksystemen en het testen samen met kwekers. Samen met Hortilux dat ook werk wil maken van het verhogen van het kennisniveau over belichting in de glastuinbouw. De grootste winstkansen ziet Wessel voorlopig op het gebied van opkweek, vermeerdering en veredeling. “Daar kan flink winst geboekt worden. Van beter basismateriaal profiteert iedereen verderop in de keten.” Een boodschap die de toekomstige generatie telers en glastuinbouwspecialisten natuurlijk aansprak en waarmee zij verder kunnen. Mochten zij in de toekomst voor een belichtingskeuze worden gesteld, dan weten zij aan welke knoppen ze kunnen draaien en welke (financiële) afwegingen er gemaakt dienen te worden.